De financiële sector drukte weliswaar op de effectenmarkten, maar deze druk
werd enigszins gecompenseerd door meevallende cijfers over de huizenmarkt en
een relatief lagere olieprijs.
De Dow-Jonesindex van dertig toonaangevende fondsen sloot met een plus
van 70,51 punten, ofwel 0,6 procent op 12.280,32 punten. De breed
samengestelde S&P 500 stond 1,08 punt (0,1 procent) hoger op 1361,76 punten
en de technologiegraadmeter Nasdaq noteerde 15,10 punten, ofwel 0,6 procent,
in de min op 2459,46 punten.
De grootste stijger in de Dow was Alcoa. Het staalconcern won 7,5 procent. Het
gerenommeerde zakenblad Barron’s meldde zondag op zijn website dat de
aandelen van het staalconcern tot een kwart hoger zouden kunnen gaan op de
hogere aluminiumprijzen. Ook als de onderneming een overnamekandidaat wordt,
kunnen de aandelen omhoog schieten, zo concludeert het zakenblad.
McDonald’s bood ook steun aan de Dow. Het aandeel won 4,1 procent,
nadat de hamburgerketen beter dan verwachte omzetcijfers over mei had
bekendgemaakt.
De energiefondsen ExxonMobil en Chevron zaten in de lift en stegen
respectievelijk 2,6 en 1,7 procent. Beleggers lijken erop te gokken dat de
olieprijs weer zal stijgen. De olieprijs bewoog maandag rond de 135 dollar.
Afgelopen vrijdag steeg de prijs van een vat ruwe olie nog naar een
recordniveau van meer dan 139 dollar per vat.
Het aantal koopopties op bestaande woningen in de Verenigde Staten
steeg in april onverwacht met 6,3 procent ten opzichte van een maand eerder.
Analisten hadden gerekend op een afname met een half procent.
Zakenbank Lehman Brothers zette de beurzen onder druk met het bericht te
rekenen op een verlies van 2,8 miljard dollar in het tweede kwartaal. Om
zijn kaspositie te versterken gaat de bank voor 6 miljard dollar nieuwe
aandelen uitgeven. De zakenbank daalde bijna 9 procent.
Branchegenoot JPMorgan Chase bungelde met een min van 6,4 procent
onderaan de Dow. Bank of America en Citigroup noteerden een respectievelijk
2,9 en 2,3 procent lagere koers. Morgan Stanley verloor 3,5 procent.
Ook uitspraken van onder meer centrale bankpresident van Dallas Richard Fisher
deden de beurzen geen goed. Hij liet in een interview met de Amerikaanse
televisiezender CNBC weten dat het onwaarschijnlijk is dat de wereldwijde
inflatiedruk zal verdwijnen.
Apple drukte zwaar op de Nasdaq. Het fonds daalde 2,7 procent. De
computerfabrikant introduceerde maandag zijn nieuwe iPhone, de iPhone 3G,
een toestel dat gebruik maakt van een derde generatie netwerk, ook wel UMTS
genoemd.
De euro verloor terrein ten opzichte van de dollar. De Europese munt noteerde
op 1,5635 dollar vergeleken met 1,5715 dollar bij het slot van de Europese
handel eerder op de dag.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl